Lopen over water

Door de aanwezigheid van de Dommelvallei in het gebied Hoksent-Molhem, maar ook de Abeekvallei in het oosten ligt de keuze voor Lopen over water voor stad Peer voor de hand. Het wateraspect verbindt als het ware bos en landbouw met mekaar.

Brongebied van de Dommel

De Dommel ontspringt op het hoogste punt van het Kempisch Plateau, in het gebied Siberië. Ze stroomt in noordelijke richting en doorkruist Peer, Hechtel-Eksel en Pelt. Na ongeveer 30 kilometer stroomt zij Nederland binnen waar ze uitmondt in de Maas. De Dommel vormt samen met de Bolissenbeek en de Holvensebeek een belangrijke beekvallei in Noord-Limburg. De Bolissenbeek ontspringt in het gehucht Linde Peer, doorkruist het gebied Resterheide en voegt zich ter hoogte van Blijlever bij de Dommel. De Holvensebeek ontspringt in het bosgebied Pijnven, stroomt door het natuurgebied ’t Plat en mondt in de Dommel te Pelt.

De Dommelvallei is een aaneenschakeling van prachtige natuur, bos en landbouwgebieden. Het kleinschalige gevarieerde landschap is ontstaan door de zware arbeid van de Kempische boer. De Kempen was vroeger een enorm heidegebied dat in het begin van de twintigste eeuw grotendeels ontgonnen werd. De ontginningsgeschiedenis laat zien dat de mensen zich van oudsher gevestigd hebben op de overgang van hogere (drogere) delen naar de lagere en nattere gronden, de beekdalen. Op de flanken van de hogere delen werden de gewassen verbouwd, op de lagere delen werd het vee geweid en hooi geoogst.

De in het verleden uitgevoerde werken hebben het karakter van de Dommel grondig veranderd. In functie van naoorlogse ideeën over waterbeheersing werd de rivier over een grote afstand rechtgetrokken. Bovendien verschenen er in de 60’er en 70’er jaren tientallen illegale visvijvers en weekendverblijven langs haar oevers, waardoor het natuurlijke karakter van de rivier danig werd aangetast.

Landschappen

Het huidige uitzicht van de beekvallei wordt bepaald door een grote verscheidenheid van biotopen. Zo vinden we in de natte zones elzenbroekbossen, blauwgraslanden, al dan niet verlaten visvijvers, rietvelden, populierenplantages en weilanden. Op de hoger gelegen delen domineert het boccagelandschap met door bomenrijen ingesloten weilanden en akkers, houtkanten en houtwallen, eikenhakhoutbosjes en zelfs dennenbossen. Niet minder dan 450 ha natuurgebied waardoor de Dommel zich een weg baant, is geklasseerd. De reservaten Dommelvallei te Peer, Resterheide te Hechtel-Eksel, ’t Plat en het Hageven te Pelt zijn de bekendste gebieden.

Historisch heeft de Dommelvallei ook heel wat te bieden, o.a. watermolens zoals de Wedelse molen, de Kleine molen en de Molhemse molen, verder De Schans van het Hoksent en de grafheuvels van het Molhem. Deze grafheuvels duiden op een zeer oude beschaving. De Hoksenterschans werd vermoedelijk gegraven in de15de - 16de eeuw en diende als bescherming voor de nabije bewoners tegen rondtrekkende krijgstroepen.

Resterheide

De Resterheide is een natuurgebied van ongeveer 170 ha groot. Het maakt onderdeel uit van de reservaten Vallei van de Zwarte Beek. Het gebied werd sinds einde 19e eeuw beplant. Doel hiervan was om het stuifzand vast te houden en om mijnhout te leveren. In 1907 werd er een proefbos aangelegd, om de kwaliteiten van de verschillende naaldhoutsoorten met elkaar te vergelijken. Dit is uitgegroeid tot het huidige arboretum wat zich in het noordoosten van het gebied bevindt. Slecht een klein heiderestant is nog aanwezig.

De Resterheide bevindt zich op de waterscheiding tussen het stroomgebied van de Maas en het stroomgebied van de Schelde. Hier loopt de Bolliserbeek in noordelijke richting via de Dommel naar de Maas, terwijl de Zwarte Beek hier ontspringt en van hier uit in westelijke richting naar de Schelde loopt. De Bolisserbeek vormt de grens tussen de gemeenten Hechtel-Eksel en Peer.

In de Bolisserbeek bevinden zich de Begijnenvijvers, oorspronkelijk als viskweekvijvers aangelegd, en tegenwoordig bestaande uit een hengelsportvijver met paviljoen, een viskweekvijver en een meer natuurlijke vijver: de Schuylenswijer.

Stad

Stad PeerDe kerktoren speelt een belangrijke rol in het ontstaan van de bijnaam van de Perenaren. Volgens de legende zagen de inwoners in 1825 op straat een grote zwarte wolk hun torenspits omsluieren. Toen ze deze wolk wilden blussen, ontdekten ze dat het om een zwerm muggen ging. De Perenaren gingen vervolgens als ‘de muggenblussers’ door het leven.

Het Peerse marktplein ontstond rond 800 als een ‘dries’, een driehoekig stuk land omringd door nederzettingen. Tot in de 18de eeuw was het plein door de aanwezigheid van poelen een drenk- en verzamelplaats voor vee en een wasplaats. Om hygiënische redenen werd de centrale drenkplaats in 1767 gedempt en vervangen door verschillende pompen.

De grote groene gietijzeren pomp die nu op de markt te vinden is, stond oorspronkelijk (circa 1863) aan het Oud Stadhuis. De pomp verhuisde in 1902 naar het midden van de Markt. In 1995 werd de Markt volledig heraangelegd met kasseien en verfraaid met nieuwe bomen. Eigentijdse fonteinen herinnerden aan de oude drinkpoelen. In 2016 werden de kasseien vervangen door een fietsstraat.