Stijging van 35% wandelaars in Bosland tijdens lockdown light

08/05/2020

Wat we al konden vermoeden, wordt nu ook bevestigd door elektronische telgegevens van de Limburgse Regionale Landschappen. Het aantal wandelaars tijdens de lockdown light, in de periode van 15 maart tot 15 april van dit jaar, ligt een pak hoger dan het aantal in dezelfde periode in 2019. De uitschieters zijn het Nationaal Park Hoge Kempen met 42 procent meer wandelaars en in het noorden van onze provincie het wandelnetwerk Bosland met een stijging van 35 procent. Ook de Wijers en GrensPark Kempen~Broek stegen met een kleine dertig procent.

In de Lage Kempen met de Vallei van de Zwarte Beek, Bosland en De Wijers zijn er ook veel meer mensen gaan wandelen. Bosland kon 35 procent meer wandelaars verwelkomen, terwijl er in de Wijers 29 procent meer mensen de natuur in trokken. Vooral minder gekende wandelgebieden als Hoksent-Molhem en In den Brand werden tot 1,5 keer meer bewandeld. Recreatiedomeinen als Molenheide en Kelchterhoef waren opvallend minder druk. Hiervan waren de parkings dan ook afgesloten en werden de gebieden zelf afgespannen met lint.

Johan Van Den Bosch namens de Limburgse Regionale Landschappen. “Het bewijst het belang dat de Vlaming hecht aan wandelbare natuur en mooie landschappen. Het heeft allicht velen mentaal en fysiek door deze moeilijke tijden geholpen. Dat voor het Nationaal Park Hoge Kempen de stijging wel zo opvallend hoog is, is allicht te verklaren doordat duizenden gezinnen in de stedelijke band van het Maasland (Maasmechelen en Lanaken) en de stad Genk, letterlijk vanuit hun achterdeur het 12 000 ha grote Nationaal Park binnenstappen.”

Ook door de komst van het wandelnetwerk Bosland is er meer wandelbare natuur bijgekomen. In deze regio heeft het merendeel van de inwoners een knooppunt vlakbij liggen. En dat merk je ook in de cijfers als je ziet dat er daar 35% meer gewandeld is. Meer natuur in ieders buurt is dan ook een belangrijke uitdaging voor het bos-, natuur- en plattelandsbeleid van de komende jaren.

Bert Lambrechts, gedeputeerde voor leefmilieu en voorzitter van de Regionale Landschappen is blij. “De cijfers tonen dat de Limburger massaal is gaan wandelen. De Limburger heeft de eigen natuurgebieden in de buurt echt ontdekt. Het kan niet anders dan dat dit ook de gezondheid van onze Limburgers ten goede komt. Wandelen in de natuur is immers een van de beste medicijnen.”

Het Agentschap Natuur en Bos, Natuurpunt en het Limburgs Landschap leveren, als beheerders van de Limburgse natuurgebieden, samen met steden en gemeenten grote inspanningen om de natuur- en bosgebieden van recreatieve netwerken voor wandelaars, fietsers, ruiters of mountainbikers te voorzien. “De komende jaren zal het echter ook zaak zijn open ruimte maximaal te sparen en bos- en natuurgebieden structureel uit te breiden om voldoende recreatiemogelijkheden te kunnen aanbieden, waardoor iedereen in alle rust en veiligheid van bos en natuur kan blijven genieten.” besluit Johan Van Den Bosch.

Over het algemeen mogen we zeggen dat we de laatste jaren een duidelijk stijgende trend zien in het aantal wandelaars. Zowel 2018 als 2019 waren met zo’n 2,2 miljoen wandelaars erg goede wandeljaren voor onze provincie. Ook voor 2020 zien we nu in de meeste gebieden een enorme stijging en we verwachten dat die trend zich zal verderzetten. In 2018 voerden de drie Regionale Landschappen samen met Toerisme Limburg nog een grootschalig onderzoek uit bij de wandelaars op de Limburgse wandelpaden. Daaruit bleek toen al dat de wandellussen van de Regionale Landschappen populair zijn. 98 procent van de ondervraagden was erg tevreden over zijn wandeling in Limburg. Vooral het aantrekkelijke landschap en de prachtige natuur waren de hoofdredenen om voor Limburg te kiezen als wandelbestemming. Blijven investeren in landschap en natuur in ieders buurt is nu meer dan ooit een absolute must.