Ontstaan Landschap

Bosland ligt op de noordwestelijke rand van het Kempens plateau. Het is dus niet verwonderlijk dat de bodems bijna uitsluitend uit arme zandgronden bestaan. Deze ontstonden door zand dat tijdens de laatste ijstijd werd aangevoerd en plaatselijk tot duinmassieven opwaaide. Dit leidde tot de vorming van dekzandruggen, paraboolduinen en duinpannen met vennen. Deze zijn in veel gevallen uniek in Vlaanderen en zelfs op Europees niveau van grote waarde.

Heel wat landschapselementen in Bosland, zoals de heiden en uitgestrekte naaldbossen, ontstonden door menselijk toedoen. Dat neemt niet weg dat ze waardevol zijn, rijk aan fauna en flora, en een streling voor het oog.

In de stille Kempen...

Tot de negentiende eeuw bestond Noord-Limburg hoofdzakelijk uit immense heidevlakten. Op oude foto’s krijg je een goede impressie van het verlaten heidelandschap dat de regio domineerde. De ‘stille Kempen’ hadden duidelijk hun naam niet gestolen! De heide ontstond door de arme zandgronden, maar ook door de intense begrazing en het gebruik van plaggen.

Dit is een landbouwsysteem waarbij de bovenste grondlaag van een gras- of heideveld met begroeiing en al werd verwijderd. Deze plaggen fungeerden als strooisel in de stallen, waar ze met dierlijke mest vermengd raakten. Deze compost werd dan gebruikt om de onvruchtbare akkers te bemesten. In Bosland resten nog verschillende heidegebieden, die via gericht beheer bewaard worden. Heel wat planten en dieren zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van deze heide.

Strijd tegen zand

Ook de strijd tegen het stuivend zand dateert uit deze periode. De landduinen, zoals Lommel en in het gebied In den Brand in Hechtel-Eksel, vormden een voortdurende kopzorg voor de mensen uit de omliggende dorpen, omwille van het zand dat de huizen bedreigde. Vandaag zijn de meeste duinen bebost en worden de laatste open duinen, nog enkele honderden hectaren binnen Bosland, beschermd als waardevolle biotopen.

Bossen voor de mijnen

Toen de heide halverwege de negentiende eeuw stilaan haar betekenis verloor, startte men met bebossingen.

Met de opkomst van de mijnen begin vorige eeuw, werden massaal bomen aangeplant voor de productie van stuthout. Aangezien dennenhout heel snel kraakt, leende het zich uitstekend voor het stutten van mijngangen. Zo waren de naaldbossen bijna een eeuw letterlijk ‘drager’ van de Limburgse economie. Samen met de terrils en mijntorens is het uitgestrekte Pijnven dan ook een van de belangrijkste getuigen van het bekende Limburgse mijnverleden.

De grove en Corsicaanse den nemen nog steeds meer dan 90% van de totale bosoppervlakte in. Vandaag investeert Bosland in meer gevarieerde bossen met  verschillende soorten inheemse bomen. Dit zorgt voor nog meer biodiversiteit en stelt een duurzame houtproductie, die via een wetenschappelijk model werd berekend, veilig.

Beschermde landschappen

Binnen Bosland zijn er heel wat plaatsen waar de historische groei van het landschap nog zichtbaar is. Door de intensieve wisselwerking tussen mens en natuur groeiden heel wat landschappen uit tot erfgoed. Om deze waardevolle landschapselementen veilig te stellen, werden er zeven beschermde zones afgebakend. Het gaat om de onmiddellijke omgeving van De Oude Hoef, het marktplein met politiebureel en het Hageven in Lommel, de Hutten-Wateringen (Lommel), het Hobos (Pelt), de Onze Lieve Vrouwenkapel in Hechtel-Eksel en de vallei van de Dommel en Bollisserbeek tussen Peer, Hechtel-Eksel, Overpelt en Neerpelt.

Water voor mens en natuur

Bosland ligt op de scheidingslijn van de stroomgebieden van de Maas en Schelde. Talrijke natuurlijke waterlopen vormen de blauwe aders van Bosland. Maar je vindt er ook heel wat water dat door toedoen van de mens ontstond. Ook deze watergebieden blijken vaak van groot belang voor heel wat fauna en flora.

Waardevolle vloeiweiden

In de negentiende eeuw vatte de Belgische staat het plan op om in de economisch achtergestelde Kempen grote delen van de braakliggende ‘woeste’ gronden om te zetten in wateringen: grote oppervlakten geïrrigeerde graslanden of vloeiweiden.

Hiermee volgde men  de geslaagde voorbeelden van soortgelijke projecten in het buitenland, onder andere in Italië, Duitsland, Frankrijk en Engeland, waarbij een eeuwenoud ingenieus bevloeiingssysteem, dat zijn oorsprong vond in Noord-Italië, werd toegepast.  Een kanalenstelsel moest zorgen voor de aanvoer van kalkrijk Maaswater en voor transport. Hoofdader werd het kanaal Bocholt-Herentals.

Ondanks het feit dat de vooropgestelde doelstellingen niet werden gerealiseerd, bleef de grote watering van Lommel-Kolonie (213 ha) hooi leveren tot in het midden van de twintigste eeuw, wanneer kunstmest en minder arbeidsintensieve technieken hun intrede deden. De eigenaars gingen meer en meer over op het aanplanten van populieren.

De vloeiweiden zijn niet enkel cultuur-historisch waardevol: ze zijn rijk aan fauna en flora, waaronder zeldzame soorten, en leveren hierdoor een sterke bijdrage aan het behoud van een grote biodiversiteit. Daarom onderhouden vrijwilligers van Natuurpunt al zo’n veertig jaar grote delen van de vloeiweiden op de oorspronkelijke, handmatige manier.

Colonie agricole en Wateringhuis

In de buurt van de Lommelse vloeiweiden werd een colonie agricole opgericht, een landschapskolonie die bestond uit twintig staatsboerderijen, een kerk, een pastorie en een school. Deze lagen langs een ondertussen verdwenen kanaaltje, waar nu de straat Kolonie ligt. Het experiment mislukte echter en in 1860 werd alles verkocht. De voormalige staatsboerderij nummer 4 is nu een beschermd monument waarin het museum De Kolonie werd ondergebracht.

In het gerestaureerd Wateringhuis, dat oorspronkelijk bewoond werd door de “waterbazen”, bevindt zich nu een klein bezoekerscentrum waar men kan kennis maken met het verleden en het heden van dit unieke erfgoed. Het is toegankelijk elke eerste zondag van de maand en elke zondag van juni, juli, augustus en september telkens van 14 tot 18 uur.

Het Wateringhuis ontdekken:

  • Wateringhuis, Oude Maai 80, 3920 Lommel, T 011 64 94 00
  • Museum De Kolonie, Kolonie 77, 3920 Lommel, T 011 80 34 10 (Erfgoed Lommel)

Zandgroeven, een vogelparadijs

Heel wat waterplassen in Bosland ontstonden door industriële ingrepen. Velen daarvan zijn een thuis geworden voor watervogels en andere dieren. De waterplas aan de Heuvelse Heide ontstond door natte zandontginning, waarbij de put zich met water vult en het zand ontgonnen wordt met drijvende zandzuigers.

De plassen op de Sahara zijn een overblijfsel van de zandontginningen van de jaren 1950 en vormen de broed- of overwinteringsplaats van heel wat watervogels.